Mijn eerste dag hier was een beetje onwerkelijk, maar inmiddels begint het langzaam tot me door te dringen dat ik toch echt in New York ben, en dat de komende maanden ook zal blijven (afgezien van wat uitstapjes hier en daar). Tegelijkertijd voelt het ook alsof ik al heel lang weg ben. Mijn Nederlandse telefoon nummer is inmiddels vervangen door een New Yorks nummer: (001) 347 369 1986 (dat ik zelfs al uit mijn hoofd ken!); ik slaap zonder moeite door de 24/7 geluiden van de stad heen - helikopters, sirenes, verkeer, mensen op straat - en loop ik, net als iedereen hier (inclusief trage omaatjes en nannies met kinderwagens), zelfverzekerd over de zebra, ook al staat het licht op rood (want je gaat toch zeker niet staan wachten…?!)
Toch zijn er ook heel veel momenten waaruit blijkt dat ik nog een lange weg te gaan heb voordat ik mezelf echt een New Yorkse mag noemen. Zo stond ik in de Starbucks een kleine vijf minuten te zoeken naar de juiste muntjes om mijn koffie gepast te kunnen betalen (grote zilveren muntjes = quarters: $0,25… maar wat de rest waard is?!), loop ik hier constant tegen deuren op omdat ze allemaal de verkeerde kant op open lijken te gaan, moet ik helaas toch af en toe mijn New York City Street Map te voorschijn halen om niet totaal te verdwalen en heb ik het gevoel dat wanneer ik over straat loop, iedereen kan zien dat ik hier niet helemaal thuis ben…
Helaas is het me ook niet meer gelukt om een kamer of appartementje vinden voordat ik vertrok, maar omdat mijn stage bij het MoMA pas volgende week begint heb ik nu gelukkig volop de tijd om naar woonruimte te zoeken.
Bovendien was Tamar (klasgenootje van University College; net aan haar studie aan het Teacher’s College van Columbia University begonnen) zo lief om te aan te bieden dat ik voorlopig bij haar mag logeren, dus hoef ik mijn eerste week in New York niet op een bankje in Central Park te slapen. Fijn. Ze heeft een leuk appartementje aan de Upper West Side, vlakbij de universiteit, dat ze deelt met twee andere studentes, uit Spanje en Albanië. Lekker internationale boel dus, en de huisgenootjes zijn gelukkig allebei super lief.
Tot nu toe kijk ik vooral mijn ogen uit. Vooral de mensen hier zijn geweldig: De één nog leuker dan de ander… Het liefst zou ik ze allemaal op de foto zetten, om de hele serie aan het eind van het jaar nog eens terug te zien. Ik ben alleen bang dat een dergelijk projectje me hier en daar een blauw oog op zou leveren, danwel geld zou kosten… en helaas staan de New Yorkers daar bovendien toch nooit lang genoeg voor stil.
Liefs,
Gwen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten